DE ACADEMIE
De woordenlijsten
De woordenschat van onze jongeren blijkt te beperkt en is dringend toe aan uitbreiding. DE ACADEMIE gaat daar bij helpen!
Het gaat om woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen die nog steeds volop gebruikt worden in goede kranten, serieuze nieuws- en actualiteitenprogramma's en gesprekken van een zeker niveau, maar die bij de jongste generatie nauwelijks meer bekend zijn. Eenieder die zich daar zorgen over maakt en met zijn of haar kennis kan bijdragen aan onderstaande lijst van 'bedreigde woorden' kan zich aansluiten bij DE ACADEMIE.
Met de onmisbare inbreng van DE ACADEMIE: Cedric P., Collin H., David R., Flores B., Freek E., Gijs R., Jelle Z., Jeroen A., Job A., Kian P., Leeuwe vdn H., Paul S., Philip S., Pit D., Stijn B., Thomas M., Tobias O. en Youp D.
De alfabetische lijst. (In bewerking)
De klemtoon ligt bij het onderstreepte gedeelte van het woord. Omkaderde zinsdelen zijn vaste uitdrukkingen, typische formuleringen.
capaciteit
= 1) wat iemand kan; geschiktheid; bekwaamheid
Zij heeft de capaciteiten om een geweldige huisarts te worden: ze is intelligent, kan goed luisteren en heeft hart voor de patiënten.
= 2) wat er maximaal in past; wat er maximaal verwerkt of vervoerd kan worden
Deze lift heeft een capaciteit van twaalf personen, maar dan zit hij wel helemaal vol.
()
capriolen
= rare bewegingen, vreemde sprongen, kattesprongen, bokkesprongen; (Maar meestal symbolisch gebruikt:) rare, riskante dingen die je doet. Van het Italiaanse capriola = bokkesprong.
Het feest dreigde in het water te vallen en ik moest dan ook allerlei capriolen uithalen om de zaak te redden. = ... allerlei rare trucjes uithalen om ... , ... me in allerlei bochten wringen om ... , ... op allerlei mensen inpraten om ...
()
casus
= zaak, geval, situatie, gevalsbeschrijving. (Vaak:) praktijkvoorbeeld, geval of gebeurtenis als voorbeeld om te bestuderen
De professor presenteert de geneeskundestudenten een casus van een patiënt met een heel apart ziektebeeld. Hij wilde zien of ze aan de hand van deze voorbeeldsituatie tot de juiste, logische conclusies zouden komen.
()
charmant
= xxx
xxx
()
charme
= xxx
xxx
()
chronologie
= xxx
xxx
()
co-existentie
= xxx
xxx
()
coherent
= samenhangend, bij elkaar horend, een logisch geheel vormend
Toen de verdachte werd verhoord, vertelde hij een heel coherent verhaal: alles klopte gewoon, alles wat hij zei was logisch.
()
cohesie
= xxx
xxx
TEGENGESTELDE: adhesie =
()
communiqué
= officiële mededeling
xxx
()
compenseren
= xxx
xxx
()
conclaaf
= xxx
xxx
()
concluderen, conclusie
= xxx
xxx
()
concreet
= xxx
xxx
()
conform
= zoals is afgesproken; overeenkomstig; volgens; in overeenstemming met
Conform de afspraak hebben we het huurgeld voor het vakantiehuisje twee weken vooraf overgemaakt. = precies zoals we hebben afgesproken ...
(w4)
confraters
= xxx
xxx
()
consciëntieus
= gewetensvol; wil heel precies werken; alles moet precies goed zijn
Mijn docent kijkt de toetsen altijd heel consciëntieus na: zij beoordeelt elk detail en vindt het heel belangrijk dat de puntentelling heel precies klopt.
UITSPR.: "konsjènsjeus" - ENGELS: conscientious; scrupulous; painstaking
(w6) ESPERANTO: konscienca
consensus
= overeenstemming; het er allemaal mee eens zijn
Na een lang en goed gesprek werd er consensus bereikt over alle punten van deze zaak. Fijn dat iedereen zich kon vinden in het resultaat.
()
consequent
= telkens op dezelfde manier handelend (volgens bepaalde regels of principes); niet afwijken van eigen regels
Alle leerlingen weten dat er op de computers van het OLC geen spelletjes gespeeld mogen worden. De toezichthouders zijn daar heel consequent in. = ... daar wordt niet van afgeweken.
()
consequentie
= gevolg; onvermijdelijk gevolg
Hij had zichzelf getrakteerd op de nodige spijbeluurtjes, maar moest aan het einde van de week de consequenties van zijn daden onder ogen zien.
UITSPR.: "konsekwènsie" - ENGELS: consequence; implication
(w6) ESPERANTO: konsekvenco
conservatief
= wil liefst alles bij het oude houden; behoudend
Mijn opa heeft erg conservatieve opvattingen. Hij vindt nog steeds dat "de man" de kostwinner moet zijn en dat "de vrouw" in de keuken hoort. Van moderne ideeën moet hij niets hebben.
()
consorten
= mensen die bij iemand horen; medestanders; gelijkgezinden; handlangers; soortgenoten
xxx
()
constateren
= vaststellen; zien
De politieagent constateerde dat er een inbraak bezig was in de villa en melde dat gauw aan de meldkamer.
()
constatering
= xxx
xxx
()
contradictie
= xxx
xxx
()
contrast
= xxx
xxx
()
contreien
= streek, gebied, omgeving
In deze contreien zijn ze nogal bijgelovig en moeten ze niet veel hebben van vreemden.
OPMERK.: dit woord staat altijd in het meervoud
(w3)
(on)conventioneel
= xxx
xxx
()
conversatie
= xxx
xxx
()
copuleren, copulatie
= geslachtsgemeenschap hebben, seks hebben
xxx
()
coulant; (coulance)
= mensen niet te streng behandelen; flexibel zijn; tegemoetkomend; niet te moeilijk doend
Volgens de schoolregels hadden de spijbelaars zeker drie uur moeten nablijven, maar van de coulante conci�rge mochten ze al na een half uurtje vegen naar huis.
Waarschuwing: Meestal worden spijbelaars absoluut niet met zoveel coulance behandeld!
(w4)
c.q.
= xxx
xxx
()
criterium
= xxx
xxx
()
culmineren
= xxx
xxx
()
cumuleren
= opeenhopen; zich opstapelen; samenvoegen
xxx
()
De klemtoon ligt bij het onderstreepte gedeelte van het woord. Omkaderde zinsdelen zijn vaste uitdrukkingen.