DE ACADEMIE
De woordenlijsten
De woordenschat van onze jongeren blijkt te beperkt en is dringend toe aan uitbreiding. DE ACADEMIE gaat daar bij helpen!
Het gaat om woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen die nog steeds volop gebruikt worden in goede kranten, serieuze nieuws- en actualiteitenprogramma's en gesprekken van een zeker niveau, maar die bij de jongste generatie nauwelijks meer bekend zijn. Eenieder die zich daar zorgen over maakt en met zijn of haar kennis kan bijdragen aan onderstaande lijst van 'bedreigde woorden' kan zich aansluiten bij DE ACADEMIE.

Met de onmisbare inbreng van DE ACADEMIE: Cedric P., Collin H., David R., Flores B., Freek E., Gijs R., Jelle Z., Jeroen A., Job A., Kian P., Leeuwe vdn H., Paul S., Philip S., Pit D., Stijn B., Thomas M., Tobias O. en Youp D.

   De alfabetische lijst. (In bewerking)

   
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P, Q
R
S
T
U
V
W, X
Y, Z
afk.
De klemtoon ligt bij het onderstreepte gedeelte van het woord.  Omkaderde zinsdelen  zijn vaste uitdrukkingen, typische formuleringen.

à propos
= 1) (tussenwerpsel:) voor ik het vergeet te zeggen ... ; wat ik zeggen wil ... ; o, trouwens ...
"Laat ik maar gauw beginnen met mijn PowerPointpresentatie. O, à propos: jullie hoeven niets op te schrijven want straks krijgen jullie het allemaal op papier. Goed, dan gaan we nu verder met de presentatie ..."
= 2) (zelfst.n.w.:) onderwerp (van een gesprek)
Ook al werd zijn toespraak aan het bruidspaar regelmatig onderbroken door de flauwe grappen van de halfdronken gasten, hij  liet zich niet van zijn à propos brengen  en maakte zijn verhaal helemaal af. ... liet zich niet afleiden van het onderwerp. ... liet zich niet van de wijs brengen.
UITSPR.: op zijn Frans, dus "à próópóó" - ENGELS: by the way
 
aanbevelen
= aanraden; aanprijzen; zeggen dat iets of iem. goed of geschikt is
Die nieuwe leraar is ons aanbevolen door zijn collega's. Ook zijn voormalige directeur beval hem aan.
VERVOEG.: aanbevelen / beveelt aan / beval aan / heeft/is aanbevolen.
 
aandoen
= 1) (scheepvaart:) dat een schip een haven bezoekt; (ook wel:) bezoeken, langsgaan
Het schip deed alle grote havens van de oostkust aan. Ze hebben wel elf steden aangedaan.
(maar ook:) De drinkebroers gaan de hele nacht alle cafés van de binnenstad aandoen. Alle kroegen zullen worden aangedaan.
en natuurlijk ook:
= 2) een kledingstuk aantrekken
Hij deed een trui aan.
= 3) iem. verwonden of schade bezorgen
Hij dreigde dat hij haar wat zou aandoen: "Ik doe je wat aan!"
Hoe kun je me dat nou aandoen? Waarom heb je me dat aangedaan?
= 4) inschakelen; aanzetten
Doe jij het licht even aan?
 
aandoenlijk
= emotieopwekkend; ontroerend; schattig; werkt op het gevoel
Die twee jonge chimpansees die elkaar in innige omarming vasthielden, zagen er aandoenlijk uit; zo lief, zo schattig.
ENGELS: touching; moving
(w7) ESPERANTO: emocia; kortuŝa
aandoening
= ziekte (lichamelijk of geestelijk); kwaal; gebrek
Eczeem is een aandoening van de huid. Een deel van de huid is dan aangedaan.
ENGELS: disorder
(w7) ESPERANTO: afekcio
aangaan
= xxx
xxx
 
aangeslagen
= emotioneel geraakt; geëmotioneerd; ontroerd; in de war door een emotionele klap
Na het bericht dat een klasgenoot het ongeluk niet had overleefd, zaten de leerlingen er aangeslagen bij.
(w4)
iets aanhangig maken
= indienen (=aanmelden) zodat het behandeld wordt (door de rechter); zorgen dat aan iets aandacht wordt besteed
xxx
 
aanhouden, aanhoudend
= 1) aan het lichaam houden; niet uitdoen (van kleding bv.)
Als je een moskee binnengaat mag je je schoenen niet aanhouden.
= 2) arresteren; vasthouden; iem. van zijn vrijheid beroven, (maar ook:) (even) tegenhouden
Hij probeerde nog weg te rennen maar de politie hield hem aan voor zijn misdaad. Daarna hield ik een agent aan om hem te vragen waar de arrestant naartoe zou worden gebracht.
= 3) het uitstellen van de behandeling van een rechtszaak
Omdat een belangrijke getuige niet kwam opdagen, werd de rechtszaak aangehouden; het proces werd dus uitgesteld.
= 4) aandringen; zeuren; drammen
Ik wilde er eigenlijk niet aan beginnen, maar hij bleef maar aanhouden dus heb ik hem maar zijn zin gegeven.
= 5) doorgaan; voortduren; steeds maar niet ophouden
De storm bleef maar aanhouden en ook de aanhoudende regen begon een probleem te worden.
 
aankondigen / aankondiging
= (vooraf) iets bekendmaken, meedelen, laten weten
De regering kondigde aan dat vanaf volgende maand de belastingen nóg hoger zullen worden.
 
zich iets laten aanleunen
= xxx
xxx
 
aanmerkelijk
= nogal groot; opvallend veel
Haar toetsresultaten laten een aanmerkelijke verbetering zien: Zij doet het opvallend veel beter.
 
aanstoot
= ergernis; waar je je aan ergert; irritatie; misnoegen
Ik neem aanstoot aan mensen die mij onbeschoft behandelen. Dat vind ik ergerlijk!
 
aanstootgevend
= ergernisopwekkend; irritatieveroorzakend
Dat stomdronken jongeren lallend, kotsend en wildplassend door de nachtelijke straten van mijn dorp stommelen, vind ik  aanstootgevend gedrag !
 
aantijging
= (wilde) beschuldiging
Toen er vanuit de zaal de aantijging klonk dat hij het geld wel in eigen zak zou hebben gestoken, sprak hij dat met klem tegen. Maar ja, tegen dat soort aantijgingen kun je je toch nauwelijks verdedigen.
(w1)
aanvangen; een aanvang maken
= (met iets) beginnen
Zij ving de brief aan met de woorden: 'Mijn liefste vriendin, ...'
In 1992 werd een aanvang gemaakt met de bouw van het nieuwe schoolgebouw. Een jaar later was het klaar.
 
aanvankelijk
= in het begin
Aanvankelijk vond ik er niets aan, maar later beviel het me goed.
Na het aanvankelijke succes van de rockgroep liep alles mis door het overmatige drugsgebruik van de bandleden.
ENGELS: at first; initial(ly)
(w6) ESPERANTO: komenca/e; en la komenco; origine
aanvechten
= betwisten; protest indienen tegen een besluit
We hebben de beslissing van de gemeente bij de rechter aangevochten en die heeft ons in het gelijk gesteld.
 
aanvechting
= drang; sterke neiging iets te doen
Hij wilde zich wel aan zijn dieet houden, maar hij had voortdurend de aanvechting om een greep te doen uit het schaaltje met borrelnootjes.
 
aanzien
= 1) (als werkwoord:) bekijken; even afwachten maar in de gaten houden
De dokter: "Ik wil het nog even aanzien: we doen nog even niets maar als de koorts hoger wordt moet je me bellen."
= 2) (als zelfst.nw.:) hoe het eruit ziet
Na de schoonmaak heeft de straat een totaal ander aanzien!
= 3) (als zelfst.nw.:) hoe naar iem. gekeken wordt; hoe iem. wordt beoordeeld
Deze chirurg  staat in hoog aanzien , wordt erg gerespecteerd, erg gewaardeerd.
(w1)
aanzienlijk
= 1) nogal groot; behoorlijk veel
Als succesvol zakenman heeft hij intussen een aanzienlijk bedrag op zijn bankrekening staan.
= 2) belangrijk; voornáám; hooggeplaatst
De jonge officier stamde uit een aanzienlijke familie met veel geld, macht en bezittingen.
 
aarzelen
= treuzelen; twijfelen; weifelen; besluiteloos zijn; niet direct weten wat je moet doen; eromheen draaien
Hij was de enige die de mensen op die zinkende boot kon helpen. Hij aarzelde. Moest hij nou echt het ijskoude, donkere water in?
 
abominabel
= afschuwelijk; beroerd; erg slecht; belabberd; miserabel; erbarmelijk
Laat me raden: Je hebt een zware griep te pakken én je bent zojuist overreden door een vrachtwagen? Man, je ziet er abominabel uit!
 
abrupt
= heel plotseling; eensklaps; ineens onverwacht
Aan het feest kwam abrupt een einde toen de narcoticabrigade (drugspolitie) een inval deed.
 
absurd
= gek en volkomen onlogisch; bizar; ongerijmd; onzinnig en dwaas
xxx
 
abuis
= vergissing; verkeerd
De brief was bestemd voor de buren, maar werd per abuis bij ons bezorgd. = ... werd bij vergissing bij ons ...
"U bent abuis", zei de oude man, "u moet aan de andere kant van het dorp zijn." = "U heeft het verkeerd, bent op de verkeerde plek, ..."
ENGELS: mistake; 'per abuis' = by mistake
() ESPERANTO: eraro
abusievelijk
= bij vergissing; per ongeluk
De zakken met gedoneerde kleding werden abusievelijk aangezien voor zakken restafval en belandden in de vuilniswagen.
ENGELS: mistakenly
() ESPERANTO: erare
accelereren
= versnellen; optrekken (van bv. een auto)
Door het accelereren van de auto werd hij strak in zijn stoel gedrukt.
 
accommodatie
= 1) voorzieningen en aanpassingen die het geschikt en prettig maken (vooral wat betreft woonverblijven)
Het was maar een vrachtschip, maar het had toch accommodatie voor zo'n twaalf passagiers.
In het olympisch dorp hadden de sporters niet te klagen over de accommodaties: wat betreft wonen, eten en sporten hadden ze er alles wat ze nodig hadden.
= 2) (biologie, geneeskunde:) het aanpassen/scherpstellen van de ooglens
(w4)
(zich) achten
= zich vinden; over zich denken; zich voelen
xxx
 
ad hoc
= (snel) voor een speciaal probleem besluiten nemen die alleen daar op die plek en voor die situatie gelden (letterl: voor hier)
Toen de straten onderliepen met chemisch vervuild water, moesten er ad hoc wat beslissingen genomen worden door de lokale overheden om bewoners snel, veilig weg te halen en ramptoeristen te weren. Dat waren dus ad-hocbeslissingen.
(w6) ESPERANTO: specialcela; tuja; senstrategia
ad libitum
= zoals men wil
xxx
 
ad rem
= als iem. snel en raak reageert in woorden
xxx
ESPERANTO: trafe rapidresponda
adequaat
= precies goed, afdoende, passend, geschikt voor het doel, op de juiste manier
De burgemeester reageerde heel adequaat op de noodsituatie: hij stuurde de hulpdiensten goed aan.
 
adolescent / adolescentie
= iem. tussen 16 en 20 jaar oud / leeftijdsperiode 16 tot 20 jaar
Zo gaat het in het leven: eerst ben je een kind, dan een puber, dan een adolescent en daarna pas een volwassene.
Van kindheid naar puberteit, van adolescentie naar volwassenheid.
 
afdoen
= xxx
xxx
 
afdoende
= xxx
xxx
 
affaire
= vervelende zaak; lastige toestand; relatie buiten het huwelijk;
Ik zit al zo lang met deze affaire in mijn maag; ik hoop op een spoedige oplossing.
Zij werd telkens weer door haar man bedrogen met andere vrouwen. Ze was zijn affaires spuugzat.
 
affiniteit
= xxx
xxx
 
afgelasten: gelast af - gelastte af - heeft afgelast
= opdracht geven om iets niet door te laten gaan;
Velen denken dat het hele werkwoord aflassen is, maar "ik las de wedstrijd af" is FOUT Nederlands.
Het correcte werkwoord is: afgelasten, dus:
Ik gelast de wedstrijd af - ik gelastte de wedstrijd af - ik heb de wedstrijd afgelast.
De burgemeester gelastte de organisatie om het rockconcert in te korten. = Hij gaf opdracht aan de organisatie om ...
ENGELS: to cancel; to call off - OPMERK.: Het werkwoord inlassen (= invoegen) is wél oké: ik las een pauze in - ik laste een pauze in - ik heb een pauze ingelast.
() ESPERANTO: nuligi; malanonci
afzichtelijk
= xxx
xxx
 
agenderen
= xxx
xxx
 
agrariër
= landbouwer; boer
EN: farmer
 
aimabel
= xxx
xxx
 
akoestiek
= hoe geluid klinkt in een ruimte; hoe een ruimte het geluid laat klinken; de leer van het geluid
Aan het orkest lag het niet, dat was top. Maar de vreselijke akoestiek van die zaal bedierf het hele optreden.
(w2)
al dan niet
= xxx
xxx
 
aldus
= 1) zo; op deze manier
De minister-president wenste per trein te reizen en aldus gebeurde het.
De hogepriester had rampen voorspeld voor de volgende zeven jaren en  aldus geschiedde . = ... en zo gebeurde het ook.
Wat betreft onze plannen voor het feest, hebben we aldus gedacht: Allereerst, de muziek wordt geregeld door ...
= 2) als gezegd door
"We moeten ons extra inspannen voor het milieu", aldus de professor.
(w2)
alert
= oplettend; wakker; waakzaam; snel reagerend
Een alerte voorbijganger had de gewonde man in het steegje zien liggen en belde de ambulance.
Aan de alertheid van de buschauffeur is het te danken dat een aanrijding kon worden voorkomen.
ENGELS: alert
(w7) ESPERANTO: atentema; 'alert zijn' = atenti
alhoewel (ofschoon)
= xxx
xxx
 
alleszins
= xxx
xxx
 
allitereren
= xxx
xxx
 
alsmede
= en ook; evenals; samen met; alsook
De ouders, alsmede de grootouders zijn van harte welkom op het feest.
 
alsnog
= toch nog; nu nog
Toen ik - net op tijd - besefte dat ik hem was vergeten uit te nodigen voor mijn verjaardagsfeestje, heb ik hem alsnog gevraagd om te komen.
 
alter ego
= tweede ik; een andere ik;(voor de grap:) mijn vaste partner/echtgenoot/echtgenote
xxx
 
alternatief
= de andere keuze; de andere mogelijkheid; iets anders (dat misschien even goed is); (ook:) alles dat anders is dan de "normale" levensstijl
Je wil geen vlees eten? We hebben een alternatief: De vegetarische "bonenburger"!
Heb je zo'n hekel aan school dat je nog liever les krijgt van je ouders? Want ja, dat zou dan het alternatief zijn.
Ze heeft haar goedbetaalde baan in het bedrijfsleven opgezegd, wil nu alleen nog maar leven in harmonie met de natuur in haar "tiny house" en verbouwt zelf haar eten. Ze is helemaal de alternatieve toer op gegaan.
 
alvorens
= voordat
Alvorens hij aan zijn toespraak begon, nam hij slokje water.
 
ambiance
= sfeervolle omgeving
xxx
 
ambitie
= xxx
xxx
()
ambitieusX
= xxx
xxx
()
ambivalent
= met tegenstrijdige gevoelens
Ik sta er wat ambivalent tegenover: Met de meeste punten ben ik het volledig eens, maar met enkele aspecten heb ik grote moeite.
 
amechtig
= buiten adem; kortademig; sterk hijgend; (maar ook figuurlijk:) krampachtig; vertwijfeld; met wanhopige moeite
Hij deed een amechtige poging zijn beschadigde imago weer wat op te poetsen.
 
anachronisme
= xxx
xxx
 
analogie
= xxx
xxx
 
analoog
= xxx
xxx
 
animositeit
= vijandige sfeer; vijandig gevoel
xxx
 
annalen
= jaarboeken
xxx
 
annexeren
= inlijven; een (buur)land bij het eigen land erbij pakken; (figuurl:) inpikken; overnemen
xxx
 
antagonist
= xxx
xxx
 
anticiperen
= xxx
xxx
 
antipathie hebben tegen
= xxx
xxx
 
apert
= heel duidelijk; beslist, onmiskenbaar; absoluut
"Dat is apert onwaar", zei hij scherp. "Sterker nog: het is een aperte leugen!"
(w3)
appelleren aan ...
= xxx
xxx
 
archaïsch
= xxx
xxx
 
argument
= goede reden; dingen die men zegt om duidelijk te maken waarom iets wel of niet goed is of kan of klopt; bewijs
Er zijn zoveel argumenten om te stoppen met roken of om er zelfs nooit mee te beginnen. = ... zoveel goede redenen om te stoppen ...
De advocaat wist met een paar  steekhoudende argumenten   indruk te maken op de rechter. = ... met een paar kloppende, overtuigende redenen ...
ENGELS: steekhoudende argumenten = watertight arguments
(w3)
assertief
= xxx
xxx
 
asterisk
= sterretje (in een tekst)
"De onregelmatige werkwoorden die zijn gemarkeerd met een asterisk kennen ook een regelmatige vorm.
ENGELS: asterisk; star
() ESPERANTO: asterisko; steleto
attent
= 1) oplettend, opmerkzaam, met veel aandacht
Een attente collega waarschuwde me dat mijn gulp openstond.
SYNON.: (bij deze betekenis) alert. - ENGELS: attentive
= 2) met veel aandacht voor iemands gevoelens, hoffelijk, voorkómend, ridderlijk, galant, toegewijd, aardig
"Zijn die bloemen voor mij? Wat ontzettend attent van je dat je aan mijn verjaardag hebt gedacht!" zei zijn tante. Gelukkig was hij ook zo attent om haar niet te vragen hoe oud ze was geworden; dat vinden dames van een bepaalde leeftijd namelijk helemaal niet leuk.
UITSPR.: Op zijn Nederlands, dus met een t-klank. - ENGELS: considerate; thoughtfull
 
attitude
= xxx
xxx
 
authentiek
= xxx
xxx
 
autonoom
= zelfstandig; onafhankelijk; zelf kunnen leven en/of handelen zonder bemoeienis van anderen
xxx
 
autoritair
= bazig; dictatoriaal; ondemocratisch; eigenmachtig; wie zijn wil aan anderen oplegt
Zijn kinderen en zijn vrouw hebben thuis niets te vertellen; hij vindt dat er maar één de baas kan zijn. Ja, vader is behoorlijk autoritair!
 
avant la lettre
= xxx
xxx
 
averechts
= in de tegenovergestelde richting; andersom; tegengesteld; verkeerd(om)
Ik wilde vrede sluiten maar het pakte averechts uit en de ruzie verhevigde juist.
 
averij oplopen
= (Letterlijk:) Schade krijgen aan een schip. (Symbool voor:) beschadigd raken
Het huwelijk liep averij op vanwege de vele buitenechtelijke seksavontuurtjes van de echtgenoot.
 
aversie
= afkeer; tegenzin; hekel; walging; weerzin
Hij wil zijn aversie tegen mensen die zichzelf niet goed schoon houden, niet meer verbergen. Demonstratief loopt hij telkens met dichtgeknepen neus bij ze weg.
 

   
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P, Q
R
S
T
U
V
W, X
Y, Z
afk.
De klemtoon ligt bij het onderstreepte gedeelte van het woord.  Omkaderde zinsdelen  zijn vaste uitdrukkingen.