Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.1, Adagio - Allegro
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.2, Largo (eerste stuk)
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. Vanaf 0:47 is de melodie te horen die gebruikt is voor Goin' Home. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.2, Largo (tweede stuk)
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.3 Scherzo: mlt. vivace - pc. sosten.
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.4 Allegro con fuoco (1e stuk)
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.4 Allegro con fuoco (2e stuk)
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (ook bekend als: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) wordt meestal de negende symfonie genoemd, maar in oudere literatuur ook wel eens de vijfde symfonie. Het is het meest populaire werk van Dvořák en hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic (orkest) tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen: Na elk gedeelte (het waren er vier) volgde een donderend applaus waarbij de componist telkens weer moest opstaan om het publiek met buigingen te bedanken. OVER DIT FILMPJEWazig beeld, maar erg goed en expressief gespeeld door het Dublin Philharmonic o.l.v. Derek Gleeson. |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |
Nr.8
|
Symf.nr.9 - Uit de Nieuwe Wereld, dl.2, Largo (Going Home-versie)
|
HET MUZIEKSTUK
Uit de Nieuwe Wereld (of: From the New World, New World Symphony, Aus der Neuen Welt) is het meest populaire werk van Dvořák. Hij componeerde het in 1893 in opdracht van het New York Philharmonic tijdens zijn verblijf in de V.S. Hij raakte daar erg onder de indruk van zowel de muziek van de Amerikaanse indianen als van de spirituals (religieuze gezangen) van de zwarte Amerikanen. Hij beschouwde hun muziek als de grondstof voor de toekomstige Amerikaanse componisten om er hun eigen Amerikaanse stijl mee te ontwikkelen. Dvořák heeft zich er in ieder geval door laten inspireren bij het schrijven van zijn From the New World en bij de première ervan in Carnegie Hall in New York kon het publiek er maar geen genoeg van krijgen. |
OVER DIT FILMPJE
Geen video maar een geluidsopname uit 1958 van een live |
![]() DE COMPONISTAntonín Dvořák (1841-1904) [uitspraak: dvòrzjak] was een Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Hij wordt gerekend tot de grootste componisten van zijn land, samen met Smetana en Janáček. Dvořák - zoon van een slager/restauranthouder - kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn leraar op school. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren en kreeg hij daar van de dirigent van het kerkkoor piano- en orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn leraar mee en begon met componeren. Vanaf zijn zestiende studeerde hij aan de Praagse orgelschool maar omdat hij als organist geen werk vond, werd hij op achttienjarige leeftijd altviolist in een orkest dat allerlei volksfeesten opvrolijkte. In de elf jaar dat hij daar speelde, leerde hij zichzelf componeren en schreef vele strijkkwartetten die hij echter (nog) niet publiceerde. Dat orkest speelde meer en meer een belangrijke rol bij de opkomst van de Tsjechische opera en de Tsjechische muziekkunst - tot dat moment was kunst en cultuur in Tsjechië vooral Duitstalig georiënteerd. De componist Smetana had met twee Tsjechische opera's in 1866 al een belangrijk begin gemaakt; Dvořák (die inmiddels zijn baan als violist had opgezegd) zorgde vanaf 1871 voor een doorbraak bij het grote publiek, met muziek en zang gebaseerd op Tsjechisch-nationale thema's. Uit die tijd stammen ook de Slavische Dansen. Vanaf 1879 raakte hij ook in het buitenland bekend, vooral in Engeland, waar hij een aantal composities in opdracht maakte. In 1891 werd hij docent aan het Praags conservatorium, maar toen hij een jaar later werd uitgenodigd naar de VS, werd hij directeur van het National Conservatory of New York City. Daar componeerde hij de 'Amerikaanse' werken, waaronder symfonie nr. 9: Uit de Nieuwe Wereld. Dit werd zijn populairste werk. Met Rusalka (1900) werd Dvořák internationaal ook als operacomponist bekend. Hij stierf op 62-jarige leeftijd in 1903 in Praag. DE MUZIEKSTIJLDvořáks werk hoort tot de romantische stijl. |