HET MU­ZIEK­STUK

Dit is het verhaal van rivier de Moldau: (0:00) Een paar fluiten laten de bron­netjes en beekjes horen waaruit zij ont­springt. (0:59) Het thema (=de hoofd­melo­die) stelt de rivier zelf voor zoals die door het land­schap stroomt. Aller­lei zaken spelen zich op en naast het water af, zoals (2:41) een jacht­partij (de hoorns) en [ga naar het volgen­de film­pje] een brui­lofts­feest (het dansje). Als de nacht valt, dansen water­nimfen in het maan­licht boven het glins­te­rende water (de spook­ach­tige dans). De dag breekt weer aan, de zon komt op (zware koper­blazers) en het rivier­thema klinkt weer. Plotse­ling is daar een stroom­versnel­ling (woeste muziek) die eindigt in een water­val (muziek valt weg) waarna het thema weer klinkt en de water­stroom snel en krachtig door het mooie en trotse Praag stroomt, langs kasteel Vyšehrad. De rivier eindigt haar reis als zij opgaat in de grote rivier de Elbe.
Als een muziek­stuk op zó'n manier zélf het verhaal vertelt, wordt het program­ma­tische muziek genoemd. Een soort film­muziek ... maar dan zonder film.

OVER DIT FILM­PJE

Hier is deel 1. Weet er iemand een beter filmpje? Nee, serieus: Ik zoek een beter filmpje!

DE COM­PO­NIST

Bedřich Smetana (1824-1884) was een Tsje­chisch compo­nist, geboren als zoon van een brouwer. Al jong speelde hij piano en viool en speelde mee in het familie­strijk­kwar­tet. Na zijn conser­va­to­rium­stu­die in Praag werkte hij als muziek­docent bij een rijke familie en richtte met steun van de beroem­de compo­nist Franz Liszt een muziek­school op. Hij woonde een aantal jaren in Zweden waar hij les gaf en optrad en werk­zaam was als diri­gent. Terug in Praag ging hij in zijn muziek­school de Tsje­chi­sche muziek promoten. Hij werd de eerste compo­nist die muziek compo­neer­de met een speci­fiek Tsje­chisch karak­ter. In 1866 werd hij diri­gent van het Natio­nale Theater om vooral Tsje­chi­sche opera's uit te voeren. Vanaf 1874 was hij doof maar bleef toch compo­neren. Má Vlast (Mijn Vader­land), een cyclus van zes muziek­stuk­ken waarvan De Moldau er één is, heeft hij groten­deels doof geschre­ven. Hij stierf op 60-jarige leef­tijd in een psychia­tri­sche kliniek aan de gevolgen van syfilis, de ziekte die hem eerst zijn gehoor en later zijn geeste­lijke gezond­heid had gekost.

HET MUZIEK­STUK

Dit is het verhaal van rivier de Moldau: Een paar fluiten laten de bron­ne­tjes en beekjes horen waaruit zij ont­springt. Het thema (=de hoofd­melo­die) stelt de rivier zelf voor zoals die door het land­schap stroomt. Aller­lei zaken spelen zich op en naast het water af, zoals een jacht­partij (de hoorns) en [hier begint het tweede filmpje] (0:00) een bruilofts­feest (het dansje). Als de nacht valt, (1:24) dansen water­nimfen in het maan­licht boven het glinsterende water (de spook­ach­tige dans). (4:07) De dag breekt weer aan, de zon komt op (4:17) (zware koper­bla­zers) en het rivier­thema klinkt weer (4:30). Plotse­ling is daar een stroom­versnel­ling (5:17) (woeste muziek) die eindigt in een water­val (6:23) (muziek valt weg) waarna het thema weer klinkt en de water­stroom snel en krachtig door het mooie en trotse Praag stroomt, langs kasteel Vyšehrad (7:00). De rivier eindigt haar reis als zij opgaat in de grote rivier de Elbe.
Als een muziek­stuk op zó'n manier zélf het verhaal vertelt, wordt het program­ma­ti­sche muziek genoemd. Een soort film­muziek ... maar dan zonder film.

OVER DIT FILMPJE

Hier is deel 2. Weet er iemand een beter film­pje? Nee, serieus: Ik zoek een beter filmpje!

DE COM­PO­NIST

Bedřich Smetana (1824-1884) was een Tsje­chisch compo­nist, geboren als zoon van een brouwer. Al jong speelde hij piano en viool en speelde mee in het familie­strijk­kwar­tet. Na zijn conser­va­to­rium­stu­die in Praag werkte hij als muziek­docent bij een rijke familie en richtte met steun van de beroem­de compo­nist Franz Liszt een muziek­school op. Hij woonde een aantal jaren in Zweden waar hij les gaf en optrad en werk­zaam was als diri­gent. Terug in Praag ging hij in zijn muziek­school de Tsje­chi­sche muziek promoten. Hij werd de eerste compo­nist die muziek compo­neer­de met een speci­fiek Tsje­chisch karak­ter. In 1866 werd hij diri­gent van het Natio­nale Theater om vooral Tsje­chi­sche opera's uit te voeren. Vanaf 1874 was hij doof maar bleef toch compo­neren. Má Vlast (Mijn Vader­land), een cyclus van zes muziek­stuk­ken waarvan De Moldau er één is, heeft hij groten­deels doof geschre­ven. Hij stierf op 60-jarige leef­tijd in een psychia­tri­sche kliniek aan de gevolgen van syfilis, de ziekte die hem eerst zijn gehoor en later zijn geeste­lijke gezond­heid had gekost.