Nr.19
van Classic FM

Matthäus Passion, bwv 244, Wir setzen uns mit Tränen nieder
————— Johann Sebastian BACH —————

HET MU­ZIEK­STUK

De Matthäus Passion is een van Bachs be­kend­ste com­po­si­ties en een van zijn lang­ste en ver­telt het lij­dens- en sterf­ver­haal van Je­zus vol­gens het Evan­ge­lie van Mat­theus. Dit mu­ziek­werk is een zo­ge­naamd ora­to­rium, dat wil zeg­gen: een soort ope­ra, maar dan zon­der to­neel­spel of ver­kleed­par­tij­en. Kort­om: audio only. Door de 'ver­tel­ler' en de so­list­en die Je­sus, Ma­ria Mag­da­le­na, Ju­das, Pi­la­tus, enz. 'spe­len', wor­den de twee laat­ste hoofd­stuk­ken van het Mat­theus­evan­ge­lie ge­zon­gen. Op be­lang­rijke mo­men­ten wordt de woor­de­lijk ge­zon­gen bij­bel­tekst on­der­bro­ken met aria's (= door so­lis­ten ge­zon­gen lie­de­ren waar­in een ge­voel of een ge­beur­te­nis wordt be­schre­ven) en ko­ra­len (= door de ko­ren ge­zon­gen 'ge­dach­ten'). In zijn meest uit­ge­brei­de vorm wordt de Mat­thäus Pas­sion uit­ge­voerd met twee or­kes­ten, twee ko­ren (ie­der on­der­ver­deeld in so­pra­nen, al­ten, te­no­ren en bas­sen) en een jon­gens­koor. De Pas­sion wordt elk jaar - voor­al in Ne­der­land is dat al meer dan 100 jaar tra­di­tie! - vlak voor Pa­sen op ve­le plaat­sen te­ge­lijk uit­ge­voerd en het wordt door ve­len be­schouwd als een jaar­lijks mu­zi­kaal en emo­tio­neel hoog­te­punt.
Het hier be­doel­de stuk Wir set­zen uns mit Trä­nen nie­der is het slot­stuk van de Mat­thäus Pas­sion en gaat over de be­droefd­heid om, én de dank­baar­heid voor het offer van Je­zus. Zéér in­druk­wek­kend en zéér emo­tie­vol, voor­al als je al­les wat er­aan voor­af gaat hebt ge­hoord.

OVER DIT FILM­PJE

Een uit­voe­ring van het Brit­se The Bran­den­burg Con­sort on­der lei­ding van Roy Good­man met het (koor) King's Col­le­ge Cha­pel. De Mat­thäus Pas­sion wordt, zo­als hier is te zien, eer­der in een kerk dan in een con­cert­zaal of thea­ter op­ge­voerd.

Johann Sebastian BACH

DE COM­PO­NIST

Jo­hann Se­bas­tian Bach (1685-1750) was een Duits or­ga­nist, di­ri­gent, kla­ve­ci­nist, vio­list, mu­ziek­pe­da­goog en com­po­nist van ba­rok­mu­ziek. Hij wordt al­ge­meen ge­zien als een van de groot­ste en in­vloed­rijk­ste com­po­ni­sten uit de ge­he­le ge­schie­de­nis van de klas­sie­ke mu­ziek en geldt voor zeer ve­len als ge­ni­aal. Zijn ve­le mu­ziek­stuk­ken val­len voor­al op door het gro­te com­po­neer-tech­nisch vak­man­schap en de sterke e­mo­tio­ne­le zeg­gings­kracht. Bach wordt, sa­men met Clau­dio Monte­ver­di en Jean-Phi­lip­pe Ra­meau, als hoog­te­punt van de mu­zi­ka­le ba­rok be­schouwd (ca 1600- 1750). Met de ma­nier waar­op hij om­ging met po­ly­fo­nie (= ver­schil­len­de me­lo­die­ën door el­kaar heen) en har­mo­nie (= het sa­men­klin­ken van ver­schil­len­de to­nen) be­reik­te Bach een kwa­li­teit waar­in hij de gren­zen van wat tot dan toe be­stond in de klas­sie­ke mu­ziek ver­re over­schreed.
Bach werd in 1685 in Ei­senach (Duits­land) ge­bo­ren, ko­mend uit een ge­slacht van be­roeps­mu­si­ci dat in ze­ven ge­ne­ra­ties 120 mu­si­ci voort­bracht. Al heel jong kreeg hij vi­ool­les van zijn va­der maar op ne­gen­ja­ri­ge leef­tijd werd hij wees en werd hij ver­der door zijn oud­ste broer op­ge­voed, ook op mu­zi­kaal ge­bied; voor­al or­gel en kla­ve­cim­bel. Al vrij jong kreeg hij goed­be­taal­de aan­stel­ling­en; hij had di­ver­se mu­zi­ka­le ta­ken in een aan­tal stad­jes en ste­den. La­ter werk­te hij ja­ren­lang als or­ga­nist, ka­mer­mu­si­cus, com­po­nist en con­cert­mees­ter aan het hof van de her­tog van Sak­sen-Wei­mar en was hij ka­pel­mees­ter aan het hof van de vorst van An­halt-­Köh­ten. Voor de stad Leip­zig werk­te hij als can­tor, mu­zi­kaal lei­der, le­raar en or­ga­nist tot aan zijn dood in 1750. Te­gen die tijd werd ba­rok­mu­ziek al ja­ren­lang be­schouwd als 'uit de mode' en daar­om raak­ten Bach en zijn wer­ken al snel in ver­ge­tel­heid bij het gro­te pu­bliek. Maar voor com­po­nist­en als o.a. Mo­zart, Haydn en Beet­ho­ven, bleef hij dé gro­te leer­mees­ter en bleek hij ook voor la­te­re mu­si­ci van gro­te be­te­ke­nis. Pas toen com­po­nist Fe­lix Men­del­sohn-Bar­thol­dy in 1829 in Ber­lijn Bachs Mat­thäus Pas­sion (op­nieuw) uit­voer­de en hij ook in de ja­ren er­na de ou­de mees­ter bleef pro­mo­ten, kre­gen Bach en zijn werk uit­ein­de­lijk de al­ler­hoog­ste waar­de­ring, en wordt hij te­gen­woor­dig door ve­len be­schouwd als de groot­ste com­po­nist ooit.

DE MU­ZIEK­STIJL

Bach was een van de laat­ste ver­te­gen­woor­di­gers van de barokstijl die van on­ge­veer 1600 tot 1750 de mu­ziek­cul­tuur do­mi­neer­de. Zijn sterf­jaar wordt be­schouwd als het ein­de van die pe­ri­o­de.













Nr.19
van Classic FM

Matthäus Passion, bwv 244, Wir setzen uns mit Tränen nieder
————— Johann Sebastian BACH —————

HET MU­ZIEK­STUK

De Matthäus Passion is een van Bachs be­kend­ste com­po­si­ties en een van zijn lang­ste en ver­telt het lij­dens- en sterf­ver­haal van Je­zus vol­gens het Evan­ge­lie van Mat­theus. Dit mu­ziek­werk is een zo­ge­naamd ora­to­rium, dat wil zeg­gen: een soort ope­ra, maar dan zon­der to­neel­spel of ver­kleed­par­tij­en. Kort­om: audio only. Door de 'ver­tel­ler' en de so­list­en die Je­sus, Ma­ria Mag­da­le­na, Ju­das, Pi­la­tus, enz. 'spe­len', wor­den de twee laat­ste hoofd­stuk­ken van het Mat­theus­evan­ge­lie ge­zon­gen. Op be­lang­rijke mo­men­ten wordt de woor­de­lijk ge­zon­gen bij­bel­tekst on­der­bro­ken met aria's (= door so­lis­ten ge­zon­gen lie­de­ren waar­in een ge­voel of een ge­beur­te­nis wordt be­schre­ven) en ko­ra­len (= door de ko­ren ge­zon­gen 'ge­dach­ten'). In zijn meest uit­ge­brei­de vorm wordt de Mat­thäus Pas­sion uit­ge­voerd met twee or­kes­ten, twee ko­ren (ie­der on­der­ver­deeld in so­pra­nen, al­ten, te­no­ren en bas­sen) en een jon­gens­koor. De Pas­sion wordt elk jaar - voor­al in Ne­der­land is dat al meer dan 100 jaar tra­di­tie! - vlak voor Pa­sen op ve­le plaat­sen te­ge­lijk uit­ge­voerd en het wordt door ve­len be­schouwd als een jaar­lijks mu­zi­kaal en emo­tio­neel hoog­te­punt.
Het hier be­doel­de stuk Wir set­zen uns mit Trä­nen nie­der is het slot­stuk van de Mat­thäus Pas­sion en gaat over de be­droefd­heid om, én de dank­baar­heid voor het offer van Je­zus. Zéér in­druk­wek­kend en zéér emo­tie­vol, voor­al als je al­les wat er­aan voor­af gaat hebt ge­hoord.

OVER DIT FILM­PJE

Geen vi­de­o­film­pje hier, al­leen een fo­to van de be­roem­de Pieta van Michel­ange­lo: Maria met de zo­juist ge­stor­ven Jezus in haar ar­men. Je hoort hier een prach­ti­ge op­na­me uit 1970 van het Ge­wand­haus­orches­ter van Leip­zig met het Tho­ma­ner­chor en het Dresdner Kreuz­chor.

Johann Sebastian BACH

DE COM­PO­NIST

Jo­hann Se­bas­tian Bach (1685-1750) was een Duits or­ga­nist, di­ri­gent, kla­ve­ci­nist, vio­list, mu­ziek­pe­da­goog en com­po­nist van ba­rok­mu­ziek. Hij wordt al­ge­meen ge­zien als een van de groot­ste en in­vloed­rijk­ste com­po­ni­sten uit de ge­he­le ge­schie­de­nis van de klas­sie­ke mu­ziek en geldt voor zeer ve­len als ge­ni­aal. Zijn ve­le mu­ziek­stuk­ken val­len voor­al op door het gro­te com­po­neer-tech­nisch vak­man­schap en de sterke e­mo­tio­ne­le zeg­gings­kracht. Bach wordt, sa­men met Clau­dio Mon­te­ver­di en Jean-Phi­lip­pe Ra­meau, als hoog­te­punt van de mu­zi­ka­le ba­rok be­schouwd (ca 1600- 1750). Met de ma­nier waar­op hij om­ging met po­ly­fo­nie (= ver­schil­len­de me­lo­die­ën door el­kaar heen) en har­mo­nie (= het sa­men­klin­ken van ver­schil­len­de to­nen) be­reik­te Bach een kwa­li­teit waar­in hij de gren­zen van wat tot dan toe be­stond in de klas­sie­ke mu­ziek ver­re over­schreed.
Bach werd in 1685 in Ei­senach (Duits­land) ge­bo­ren, ko­mend uit een ge­slacht van be­roeps­mu­si­ci dat in ze­ven ge­ne­ra­ties 120 mu­si­ci voort­bracht. Al heel jong kreeg hij vi­ool­les van zijn va­der maar op ne­gen­ja­ri­ge leef­tijd werd hij wees en werd hij ver­der door zijn oud­ste broer op­ge­voed, ook op mu­zi­kaal ge­bied; voor­al or­gel en kla­ve­cim­bel. Al vrij jong kreeg hij goed­be­taal­de aan­stel­ling­en; hij had di­ver­se mu­zi­ka­le ta­ken in een aan­tal stad­jes en ste­den. La­ter werk­te hij ja­ren­lang als or­ga­nist, ka­mer­mu­si­cus, com­po­nist en con­cert­mees­ter aan het hof van de her­tog van Sak­sen-Wei­mar en was hij ka­pel­mees­ter aan het hof van de vorst van An­halt-­Köh­ten. Voor de stad Leip­zig werk­te hij als can­tor, mu­zi­kaal lei­der, le­raar en or­ga­nist tot aan zijn dood in 1750. Te­gen die tijd werd ba­rok­mu­ziek al ja­ren­lang be­schouwd als 'uit de mode' en daar­om raak­ten Bach en zijn wer­ken al snel in ver­ge­tel­heid bij het gro­te pu­bliek. Maar voor com­po­nist­en als o.a. Mo­zart, Haydn en Beet­ho­ven, bleef hij dé gro­te leer­mees­ter en bleek hij ook voor la­te­re mu­si­ci van gro­te be­te­ke­nis. Pas toen com­po­nist Fe­lix Men­del­sohn-Bar­thol­dy in 1829 in Ber­lijn Bachs Mat­thäus Pas­sion (op­nieuw) uit­voer­de en hij ook in de ja­ren er­na de ou­de mees­ter bleef pro­mo­ten, kre­gen Bach en zijn werk uit­ein­de­lijk de al­ler­hoog­ste waar­de­ring, en wordt hij te­gen­woor­dig door ve­len be­schouwd als de groot­ste com­po­nist ooit.

DE MU­ZIEK­STIJL

Bach was een van de laat­ste ver­te­gen­woor­di­gers van de ba­rok­stijl die van on­ge­veer 1600 tot 1750 de mu­ziek­cul­tuur do­mi­neer­de. Zijn sterf­jaar wordt be­schouwd als het ein­de van die pe­ri­o­de.