DE STANDAARD 'VRIJE SCHRIJFOPDRACHT, klas 1+2'
Hieronder staan zeven opdrachten. Je mag zelf kiezen welke opdracht je het leukst lijkt om te maken. De opdracht mag betrekking hebben op één van de boeken waar je al een verslag van hebt gemaakt, maar je mag ook een derde boek hiervoor uitkiezen. Vermeld in ieder geval heel duidelijk welk boek je gebruikt.
- Houd een interview met de hoofdpersoon van het boek. Stel tenminste tien vragen en bedenk wat de hoofdpersoon zou antwoorden. Je moet wel informatie uit het boek aan de orde laten komen in je interview.
- Schrijf een gedicht naar aanleiding van het gelezen boek. Leg het verband tussen jouw gedicht en het verhaal in ongeveer 100 woorden uit.
- Ontwerp een nieuwe kaft voor het boek en zorg dat hij past bij de sfeer van het verhaal. Op de voorkant van de kaft komen uiteraard de titel, de naam van de schrijver én de uitgever te staan. Op de achterkant komt een stukje waarin je lezers benieuwd maakt naar het verhaal. (Uiteraard bedenk je dit stukje zelf!)
- Maak een reclamefolder voor het boek. Een folder is altijd een gevouwen blad. Werk dus met verschillende kolommen. Vermeld in ieder geval titel / schrijver / uitgever / prijs / waar het boek te verkrijgen is en schrijf een kort stukje over het boek en over de schrijver (elk ongeveer 50 woorden en uiteraard zelf bedacht).
- Kies een stuk van ongeveer 250 woorden uit het boek en herschrijf dit stuk van het verhaal alsof het in een hele andere tijd speelt (bijvoorbeeld in de oorlog, in de 19e eeuw of in de Middeleeuwen). Pas ook het taalgebruik aan.
- Maak een krantenbericht bij een belangrijke gebeurtenis in het verhaal. Zorg ervoor dat het er uit ziet als een krantenbericht (dus kolommen, titel, plaatsnaam, schrijver, tussenkopjes, eerste alinea dikgedrukt)
- Schrijf een gedeelte van een dagboek van een hoofdpersonen. Minimaal 250 woorden.
Veel succes en plezier!
Bonnefanten College Maastricht, Mevr. B. Muijtjens, juli 2011.
|